Met vier wielen

Met vier wielen

Het voelt als veel langer, maar een week of twee geleden zijn wij terugkomen uit Australië. Het schrijven heb ik daar verder uit handen gegeven, maar ik wilde toch graag nog even wat hoogtepuntjes ook hier delen. Al is het maar om later zelf mijn verhaal van begin tot einde terug te kunnen lezen. We beginnen dit laatste deel waar de vorige is geëindigd: de hereniging van ons als gezin. Op het vliegveld van Cairns stonden ze met z’n drietjes op mij te wachten. Na alle knuffels hadden ze voor mij al een barbecue klaar staan en konden we verhalen van de afgelopen maanden uitwisselen. Heel laat konden we het echter niet maken, het plan was namelijk om direct de volgende ochtend te vertrekken naar het Daintree regenwoud.

Hier hebben we Matt, de eigenaar van de B&B, ontmoet. Matt was als backpacker eens in dit regenwoud terechtgekomen, is met eigen handen aan de slag gegaan om deze accommodatie te bouwen. Een speciale plek dat nu een beetje functioneerde als een hostel voor volwassenen. In de begintijd dat Matt hier heeft gewoond heeft hij zich ontpopt tot activist ter bescherming van dit natuurgebied. Het had namelijk niet veel gescheeld of de overheid had er een bulldozer overheen gegooid in de jaren 90, maar dat hebben ze mooi weten te voorkomen. Tegenwoordig is het een UNESCO gebied. Tijdens de jaren durende constructiefase van de B&B heeft de beste man eigenlijk altijd buiten gewoond met zijn gezin. Dat klinkt voor onze oren misschien onverstandig, maar dat hoeft het helemaal niet te zijn.

Toegegeven, ik moest ook even wennen. Op een avond liepen we terug van onze spotplek waar we (onsuccesvol) uitkeken voor boomkangaroos en ik stond met een paar centimeter speling net niet op een phyton. Sommige van ons vocaliseerde kortstondig hun schrik en Matt kwam, overigens als de rust zelve, ook even een kijkje nemen bij de slang. Ondanks de imposante lengte van een meter of twee is zo’n wurgslang niet giftig en daarmee ook niet gevaarlijk. De rust van Matt was daarmee ook indicatief voor iets dat we nog veel vaker zouden voelen in Australië: hier begrijpt men instinctief dat de natuur iets is dat er bij hoort en waar je soms rekening mee dient te houden.

In Nederland zijn we collectief hysterisch over een paar wolven, wat vanuit het Australische perspectief totaal lachwekkend is. Men legt zich er bij neer dat ook gevaarlijke dieren evenveel recht hebben om hier te zijn als jij zelf. Dat recht wordt gerespecteerd, wat betekent dat je bijvoorbeeld niet in modderig water gaat zwemmen binnen krokodilgebied. Of goed kijkt waar je je voeten neerzet als je de outback in gaat om niet op een Taipan, de dodelijkste slang ter wereld, te landen. Na mijn potentiele misstapje met de python heb ik daar direct een gewoonte van gemaakt. Punt is, je leven wordt er niet minder leuk van. Uiteindelijk heb ik alle drie de nachten in de B&B buiten geslapen, en toen ik eenmaal gewend was aan de hoeveelheid geluid en geritsel om je heen beviel dat me zeer prima.

Na een snorkeltrip op het Great Barrier Reef zijn we opzoek geweest naar zoutwaterkrokodillen, uiteraard nadat we de noodzakelijke kennis hadden opgedaan over hoe met ze om te gaan. Kort samengevat kwam dat neer op “als je te dichtbij de krokodil staat, neem dan meer afstand”. Ondanks dat ze regelmatig tot zes meter lengte kunnen reiken is het ons niet gelukt ze te spotten en zijn we met tegenzin toch maar op de toeristenboot gestapt. Ik moet zeggen dat dat verassend leuk was, op één of andere manier werden alle tours die we hebben gedaan in Australië steeds met ontzettend veel humor gebracht. En poeh, wat een imposante beesten zijn het zeg. Eigenlijk wel fijn om in een stalen bootje te zitten met genoeg andere mensen waarvan ik denk dat ze eventueel wel langzamer zijn dan ik.

De dagen daarna bestonden uit meerdere tripjes maken langs de kust. Prachtige tropische standen, maar zwemmen zit er niet in met het oog op de krokos en dodelijke kwallen. Omdat het niet bepaald koud was zijn dus een aantal keer wat meer richting het binnenland getrokken om te zwemmen in één van de vele riviertjes en watervallen. Met wat diplomatische overtuigingskracht heb ik mijn medereizigers ook zover kunnen krijgen om te gaan raften op de beste raftplek van Australië (volgens de website van het gidsbedrijf). Wat bleek: we waren er best goed in! Mijn ouders in een bootje en mijn zusje en ik in een bootje, zo kwamen wij als enigen van de groep beneden zonder om te slaan in de versnellingen. We raakten nadien aan de praat met de wederom humoristische gidsen, die nog wel wat extra biertjes in de koeler hadden liggen voor de weg terug. Goed volk die Australiërs.

Andere hoogtepuntjes langs de kust waren de koala’s die we hebben kunnen zien op Magnetic Island. Op één of andere manier, misschien door het systematische afspeuren van de bomen naar die toch tamelijk goed gecamoufleerde beesten, heb ik toen mijn nek pijnlijk weten te verdraaien. Conclusie is dat ik een heel tijdje niet meer links heb kunnen kijken, wat niet ideaal was. Het autoverhuurbedrijf had ons namelijk al geïnformeerd dat we in het geval van een aanrijding of pech op het eiland niet verzekerd waren wegens de hoge kosten van het terug naar land slepen. Het rijden was dus tijdelijk een tweepersoonsaangelegenheid, waar een tweede paar ogen mij zouden informeren over eventuele obstakels op links. De auto in kwestie was overigens een ouwe Ford stationwagen met maar liefst 400.000 km (!) op de teller. Toch begonnen we allemaal al snel gehecht te raken en, met Larry nog in gedachte, kreeg de auto Barrie het Bakkie als officiële titel. Wat wij toen nog niet wisten is dat Magnetic Island kinderspel was in vergelijking met de outback wegen die we later tegen zouden komen.

Voordat we het binnenland in gingen hebben we Airlie Beach bezocht, waar één van de mensen waar ik een paar weken eerder nog bij in huis zat in Sydney ons ook op kwam zoeken. Vanaf hier zijn we om 7u in de ochtend vertrokken om op een zeilschip richting de Whitsundays te varen. Of tenminste, we werden gevaren en kregen gewoon drie maaltijden en snacks naar ons toegebracht tijdens de dag. Dat is dan weer een voordeel aan met je ouders reizen. Nog voor we wel een goed wakker werden vonden we onszelf terug tussen de walvissen die uit het water sprongen. Wat ongelofelijk fantastisch was dat. Later op de middag bevonden we ons op een plek die nier anders omschreven kan worden dan het mooiste strand op aarde. Met wederom wat overtuigingskracht was men uiteindelijk zelfs dapper genoeg om er een duik te nemen tussen de lemon sharks en roggen.

Na weer afscheid te hebben genomen ging onze reis verder het binnenland in. We hadden ons al wel voorbereid op de vele, vele uren over kaarsrechte wegen door de outback en dat bleken we niet te hebben overschat. Toch vond ik de leegte prachtig, hoewel die soms ruw verstoord werd door een Road Train waardoor je rijcapaciteit ineens op het scherpst schede wordt aangesproken. Deze vrachtwagens, lees units van 53 meter met vier opleggers, kunnen namelijk niet remmen, dus zeker op eenbaanswegen is het zaak dat jij in je autootje als de wiedeweerga van de weg af komt. Dat ging allemaal goed en ik heb ongelofelijk genoten van de volgende stop: een heuse Drive-In bioscoop! Hier in de outback stadjes, meestal voormalige mijn nederzettingen, is dat een heel sociaal gebeuren in het weekend. Het kost ook helemaal geen zak: voor een paar euro heb je twee films met popcorn en een burger. Dit soort plekjes, en trouwens de hele cultuur in de outback, voelt alsof je 50 jaar terug stapt in de tijd.

In totaal hebben we zo’n 2500 km door de outback gereden en de plaatsen waar we verbleven varieerden van een kamertje achterin de lokale dorpskroeg tot een luxe eigen huis midden in de natuur. Om met dat laatste te beginnen: dit was vooral een idee van mijn moeder en zusje, die graag wilden paardrijden door de outback. Ik moet zeggen, zoals je waarschijnlijk wel weet heb ik niet zoveel met paarden (ben er ook banger voor dan voor de gemiddelde slang), maar ik kan dit wel begrijpen. Met je paard door dit landschap heeft iets heel avontuurlijks en romantisch. We zijn hier een aantal dagen gebleven, met als hoogtepunt de tour met Kevin, de eigenaar van het gigantische gebied. Deze kerel wist werkelijk waar alles over wat er om hem heen leeft en wist dat ook nog eens ontzettend leuk te brengen. Zelden heb ik zoveel geleerd in een paar uurtjes de natuur in en met dank aan hem hebben wij de grootste roofvogel van Australië kunnen zien: de Wedge-tailed Eagle.

Zo’n luxe privé accommodatie staat in scherp contrast met ons latere bezoek aan Nelia. Om deze plek te beschrijven leen ik even een paragraaf uit de Polarsteps van mijn vader, ik had het namelijk niet beter kunnen verwoorden:

Eén paar uur later kwamen we via een landweg aan in Nelia. Dat wil zeggen; we zochten het dorpje, maar het enige dat we zagen waren twee huizen die wat dicht bij elkaar stonden. En dat bleek het hele dorp te zijn. Na wat zoeken vonden we Georgi, onze gastvrouw en eigenaar van heel Nelia. Haar farm stay omschreef ze zelf als ‘humble’, maar bij ons schoten er wat andere termen door mijn hoofd toen ik de boel aanschouwde. Laten we zeggen dat haar erf een goede reflectie was van een chaotisch brein.

Maarrrrr… wat een plek! Letterlijk een beestenboel; ganzen, geiten, pauwen, een (lieve) hond en kikkers in de hot tub. Wat de plek uniek maakte, was dat het gebouwd is bovenop een warme bron. Met dat water had ze voor ons de hot tub gevuld. Die kikkers moesten we er wel eerst even uitscheppen.

‘s Avonds konden we hier ook eten. We zaten aan tafel met een stel jonge Fransen die hier een week of wat werkten in ruil voor eten en onderdak. Georgi was een prima kok. Ik had een heerlijke geitencurry, gemaakt van het vlees van een van hun eigen geiten (ze houden 50 vleesgeiten). Na een lekker maaltje schoven we aan bij het kampvuur. Het koelt in de avond snel af, dus een vuurtje is heerlijk.

‘s Middags vroeg Eric (de man van Georgi, die ons sterk deed denken aan de professor uit Back to the Future) vrijwel direct, toen hij er achterkwam dat we uit Nederland kwamen, of we weleens wat rookten en misschien wat bij ons hadden. Nou nee dus. Daar had hij gelukkig een oplossing voor. Zelf gebruikte hij medicinale groene kruiden (dat is legaal) want hij heeft vaak veel pijn 😉. Enthousiast knutselde hij wat in elkaar en even later deelden we genoegelijk een rokertje onder een magnifieke sterrenhemel bij een fijn houtvuurtje. Wat een feest.

De hitte van overdag in combinatie met een gebrek aan motivatie bij sommige leden van ons reisgezelschap betekent dat we niet veel gewandeld hebben. Toch hebben we op een gegeven moment wel een erg toffe tocht gemaakt richting een billabong die ik op Maps gespot had. Met een beetje klimwerk (voorzichtig voor de slangen) bereikten we het poeltje, waar we op zoek gingen naar de rotstekeningen waar ik over had gelezen. Deze Aboriginal tekeningen staan hier kennelijk al vele honderden jaren, intact bewaard gebleven door het gebrek aan regenval. De precieze functie is onbekend, maar het figuur van de man, met een uitgesproken derde been, is naar alle waarschijnlijkheid een symbool van vruchtbaarheid die vaak te vinden is bij waterbronnen.

Op pad met Barrie hadden we al meermaals een nood uitwijk moeten inzetten om geen kangaroo of emu als raket door je voorruit te krijgen. De echte test kwam echter toen we er op een gegeven moment achter kwamen dat onze geplande accommodatie alleen was te bereiken over 50 km aan onverhard wegdek. Na de eerste 500 m kwamen we al tot stilstand, want de wasbordjes van de weg lieten Barrie zo hard schudden met z’n dikke zwaarbeladen kont dat de panelen los begonnen te trillen. Naar mijn mening lag de oplossing in gewoon doorgaan, ik had per slot van rekening ook net dit soort wegen volbracht op Larry met de helft minder wielen. Dat was echter niet de consensus en we gingen terug naar het dorp om hulp te vragen. Daar bleek de lokale bevolking het roerend met me eens te zijn, en in niet zoveel woorden was hun advies “ga rijden en doe niet zo moeilijk”. Nou rijden zij uitsluitend in 4x4s, maar toch was de zelfverzekerdheid van de Australiërs kennelijk genoeg de rest te overtuigen om mij Barrie over de weg te laten leiden. Tot twee keer toe stonden we stil voor een riviertje waar we doorheen moesten, maar we hadden toen al zoveel opoffering gedaan dat omkeren ook niet meer logisch zou zijn. Gelukkig maar.

De bestemming, Cobbold Gorge, was verassend genoeg wel een beetje een toeristenval. Mensen pakken kennelijk gewoon de (4×4) bus vanuit de dorp. Geeft niet, want het was prachtig. Al suppend konden we ons door kloof heen bewegen. Dat was het enige beschikbare vervoersmiddel, wat ik aanvankelijk een beetje wonderlijk vond maar al snel begreep: het was een plek waar je niks, maar dan ook helemaal niks hoort. Zo sereen dat het voelt alsof je door een andere planeet aan het peddelen bent. Diezelfde avond raakte we bevriend met een ouder Australisch stel. Erg sympathieke mensen, die ons voor de gelegenheid meer hebben geleerd over offroaden met de auto. Zij hadden wel een 4×4 en bij het vertrek de volgende morgen hebben zij vrijwel het hele stuk achter ons gereden in het geval Barrie het zou begeven. Wat een schatjes, m’n ouders hebben nog steeds contact met ze.

Na Cobbold Gorge was het vooral een kwestie van terugkomen in Cairns. Met nog een laatste overnachting, deze keer weer in het regenwoud, was dat gelukt en hadden we onszelf nog een aantal dagen in Cairns gegeven om alles te regelen voor vertrek. Zo vliegt een maand ineens voorbij. In dit verhaal heb ik nog vanalles achterwege gelaten, maar het doel was ook niet om, zoals in Nieuw-Zeeland, een soort dagboek bij te houden. Als ik er nu op terugkijk waren Nieuw-Zeeland en Australië wat dat betreft ook totaal andere reizen, allebei met hun eigen voordelen en nadelen. Ik prijs mezelf vooral gelukkig dat ik in de span van een paar maanden allebei heb kunnen ervaren. Bijzonder om alleen naar de andere kant van de wereld te vertrekken en even later als gezin weer terug te komen.

Zoals altijd, bedankt voor het lezen! We zien elkaar weer bij de volgende reis, en die komt misschien wel sneller dan je denkt.


Ontdek meer van Wrong Bike Right Way

Abonneer je om de nieuwste berichten in je inbox te ontvangen.

Comments

2 reacties op “Met vier wielen”

  1. Xandra avatar
    Xandra

    Wat fantastisch om alles weer eens te lezen. Wij hebben genoten van alle belevenissen maar zijn ook blij dat jullie weer veilig thuis zijn.
    Je schrijft dat er mogelijk weer iets op je verlanglijstje staat, we zijn benieuwd.

  2. Remco avatar
    Remco

    Goeie cliffhanger!!!

Laat een antwoord achter aan Remco Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search


Categories


Recent Posts


Translate »