Woestijn tot stad

Woestijn tot stad

Wanneer je de “grens” van de republiekjes naar Rusland overgaat, verandert er eigenlijk helemaal niks. Nog steeds een warme, droge leegte die eindeloos lijkt door te gaan. Het enige wat verandert: het tanken. En laat dat nou net een heikel punt zijn, want ondanks m’n jerrycan zat ik inmiddels op hoge nood.

De laatste 100 km richting Astrakhan begon het iets groener te worden, maar van een weelderig landschap was bepaald geen sprake

Het tanken is al wel een tijdje een dingetje, hoe verder je van Nederland komt hoe meer gedoe dat wordt. In Turkije bijvoorbeeld: een mannetje tankt voor je, daarna moet je binnen je nummerbord op een scherm opzoeken, betalen, briefjes meekrijgen, en dan dat ene juiste briefje terugvinden en weer aan je mannetje overhandigen. Het schiet niet op en lijkt mij toch voor alle partijen inefficiënt. In Rusland hebben ze echter iets nog stommers kunnen bedenken.

Er staat een mannetje, maar die kan jou niet helpen. Je moet namelijk eerst naar binnen om aan te geven hoewel liter je precies wilt. In de praktijk komt het dus neer op dat je moet gokken hoeveel er op dat moment nog in je tank past. Op deze wegen wil je elke milliliter meepakken, dus schat je het altijd te hoog in en blijft er onvermijdelijk een paar liter achter in de pomp, waar je wel voor betaald heb. Nou moet ik zeggen; niet veel. De prijs ligt rond de 50 cent per liter. Maar toch.

Na drie dagen door de woestijn kwam ik aan in Astrakhan. Het originele plan was hier direct de grens over te gaan, maar ik had de smaak van Rusland aardig te pakken en besloot langer te blijven. Eerst een nachtje in Astrakhan, daarna in etappes naar Volgograd, het voormalige Stalingrad.

Die avond was mijn eerste ervaring in een Russisch-Russische stad. Ik liep over de drukke boulevard langs de Volga rivier en het was er gezellig: overal straatmuzikanten, kleine kermisattracties en terrasjes. M’n hoofd liep uit enthousiasme over met gedachtes en observaties. Uiteraard begreep ik 99% van wat er gezegd/geschreven/gezongen niet, maar grappig genoeg bevalt dat me juist wel. Zonder taal filter je de wereld anders: meer op indrukken, minder op inhoud. En dat maakte me op een bepaalde manier ontvankelijker had ik het idee.

Een avond langs de Volga, waar iedereen er overigens weer piekfijn uit zag

Wat direct opvalt is hoe vergelijkbaar het leven hier eigenlijk is met die van ons. Natuurlijk: alles is anders, maar alles is ook hetzelfde. Op een zomerse avond zitten de kinderen in de botsauto’s op de kermis, de tieners chillen bij de Vkusno i tochka (= McDonald’s), de studenten gaan naar de speciaalbierkroeg en de pensionado’s vermaken zich op de binnenvaartcruises.

Later liep ik door het spectaculaire Kremlin van Astrakhan en keek ik m’n ogen uit naar de architectuur van dit 17de -eeuwse Oost-orthodoxe fort. Ik keek om me heen en zag twee mensen in de verte ineens heel enthousiast naar me zwaaien. Ik zie d’r misschien nét iets anders uit dan de gemiddelde Rus, maar dit vond ik ook wel weer heel enthousiast. Toen we dichter bij elkaar kwamen zag ik echter: het was het Italiaanse stel op de motor die ik eerder had kunnen helpen bij de grens! Bizar toevallig om precies de enige andere Europeanen die ik ben tegengekomen nu voor de tweede keer te treffen.

Ik wist eigenlijk helemaal niks over Astrakhan en was dus blij verrast dit alles aan te treffen

We hebben een tijdje staan praten over onze reisplannen. Zij doen in twee maanden een heen-en-weertje naar het Pamir gebergte in Tadzjikistan/Kirgizië en reizen dus met een wat ander tempo dan ik. Toch hebben we nummers uitgewisseld zodat ik eventueel contact met ze op kon nemen over wat er mij te wachten staat. Daar heb ik in Kazachstan dankbaar gebruik van gemaakt, maar daarover later meer.

Terwijl ik met deze mede-reizigers stond te kletsen kwam een Russisch stel ook even een praatje maken. Hun Engels was ongeveer even goed/slecht als ons Russisch, maar met z’n vijven kom je dan best wel een eind. Ze vertelden dat de staatstelevisie niet het beste beeld van Europeanen schetst en met name de indruk geeft dat alle Europeanen hen haten. Tijdens de verloop van ons vriendelijke en vrolijke gesprek kreeg ik daarmee dus de oprechte impressie dat ze het leuk vonden dat wij er tóch waren. Een fijne uitwisseling van mens-tot-mens in plaats van staat-tot-staat.

Ik sliep die nacht in een hostel. Uiteraard hoef je daar niet op andere reizigers te rekenen, het waren vooral studenten die net naar Astrakhan waren gekomen en nog geen kamer hadden gevonden. Mijn avondeten bestond uit een hele paprika en een halve komkommer en mijn tafelgenoot, een jongen uit Turkmenistan, keek me aan alsof ik net had aangekondigd dat ik gras wilde eten. Hij stond er op wat Plov, een Centraal-Aziatisch basisgerecht, voor me klaar te maken. Ondertussen werden we aangevuld door een Russisch meisje die me voorzag van watermeloen, dus aan eten geen gebrek.

Een vlugge Plov, waar ik vanaf Kazachstan nog veel vaker mee te maken zou krijgen

De Turkmeense jongen, wiens naam ik helaas ben vergeten, sprak een beetje Engels en we raakten in gesprek over zijn leven. Allereerst vond ik het bijzonder om iemand uit zijn land te treffen, want Turkmenistan staat bekend als het Noord-Korea van Centraal Azië en heeft als land eigenlijk geen contact met de buitenwereld (onder reizigers is het berucht door hoe moeilijk het is om er een visum voor te krijgen). Hij liet mij trots foto’s zien van de boerderij van zijn familie. Voor mijn Nederlandse ogen leek het eerlijk gezegd meer alsof iemand zonder enige kennis van zaken een boerderij had gebouwd op de stortplaats van Almere, maar ik hield uiteraard wijselijk mijn mond. Voor hem was het thuis, en dat straalde hij uit.

Hij had zichzelf iin de avonden Engels en Russisch geleerd en was nu naar Astrakhan gekomen om toegelaten te worden tot de universiteit. Een erg bewonderingswaardige jongen. Hij had zich hier nu voor vijf totaal verschillende opleidingen ingeschreven. Daar begreep ik niks van en vroeg, heel ondoordacht: ‘maar welke vind je leuk dan? Je moet toch kiezen op basis van wat je aanspreekt?’

‘Wat ik leuk vind is totaal niet relevant, ik moet gewoon ergens binnenkomen zodat ik kan studeren’.

Ohja. Daar liep ik weer even keihard tegen mijn eigen privilege aan, dat ik gewoon een studie kan kiezen omdat ik die leuk vind. Ik heb deze reis wel vaker een privilege-check gehad, maar deze keer raakte het me in bijzonder. Ik denk omdat deze jongen en ik in zekere zin best op elkaar leken, behalve dat we allebei toevallig in totaal andere delen van de wereld zijn geboren. Wat heb ik het ontzettend, ontzettend getroffen in mijn leven. Laat ik me dat nooit vergeten.


Ontdek meer van Wrong Bike Right Way

Abonneer je om de nieuwste berichten in je inbox te ontvangen.

Comments

5 reacties op “Woestijn tot stad”

  1. Remco Fritz avatar
    Remco Fritz

    Mooimooimooi.
    Leuk om eens iets positiefs over Rusland te lezen

  2. Xandra avatar
    Xandra

    Dat je je eigen studie kan kiezen is inderdaad een voorrecht. Ondanks dat Nederland inmiddels zonder regering zit, wonen we toch en een prachtig land.

  3. Leontine Reitsma avatar
    Leontine Reitsma

    Zo interessant deze brief. En mooi inderdaad om deze kant ook van Rusland te leren kennen. Dank daarvoor.

  4. Sonia avatar
    Sonia

    Bijzondere en gezonde zelfreflectie! Ik moet er soms ook aan denken hoe mijn moeder en iedereen ervoor niet echt een keuze had, maar moest doorgaan en overleven. Heftig, maar des te meer ben ik dankbaar voor mijn vrijheid

  5. Rinske avatar
    Rinske

    Jeej nieuwe verhalen, mooi Yaran!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search


Categories


Recent Posts


Translate »